Portugal is een eigenzinnig wijnland met veel authentieke, inheemse druivenrassen en daardoor ook originele wijnen. Voorbeelden zijn de blauwe baga, touriga nacional en castelão, en de witte loureira, arinto en rabigato. In de meeste gevallen bestaan Portugese wijnen uit complexe blends van drie of vier tot soms zelfs tientallen druivenrassen. Portugals grote trots is natuurlijk port, de wereldberoemde versterkte wijn uit de Dourovallei. Tegenwoordig ligt het accent echter steeds meer op droge rode en witte wijnen met een lager alcoholgehalte.
Net als buurland Spanje kent Portugal grote klimaatverschillen tussen noord en zuid. Vinho Verde is koel, nat en groen; Douro heeft een continentaal klimaat met extreme temperaturen; Alentejo is door en door mediterraan en op het eiland Madeira, voor de kust van Afrika, zijn de omstandigheden subtropisch. Dat wordt weerspiegeld door de wijnen uit die gebieden. Portugal heeft als herkomstbenaming voor zijn beste wijnen de Denominação de Origem Controlada (DOC); landwijnen vallen onder de noemer Vinho Regional.
Fraaie Portugese rosé, met de geur van fijn rood fruit en lichte kruiden. De smaak is sappig, evenwichtig en fris. Prima wijn bij koude visgerechten, salades of licht kruidige pasta's.
Fris geurende droge witte wijn uit Portugal, met nuances van groene appel en wat vuursteen. De smaak zet sappig en aangenaam in en eindigt met een geurige afdronk. Prima wijn bij salades, gegrilde vis of pastaschotels.
Volrode, diepgekleurde Portugese wijn met een verfijnd en ingetogen aroma van rijp fruit zoals bramen en bessen en een lichte eikenhout nuance. De smaak zet vol en rond in met rijpe tannine en een frisse afdronk. Door z'n complexiteit, structuur en lengte een uitstekende wijn bij rundvlees of wild.